De NVvK-Elmex® scriptie prijs is in 2016 gewonnen door Ester Arens, mondzorgkunde student Hogeschool InHolland te Amsterdam. Zij schreef een bachelorscriptie over de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld en gaf een heldere presentatie tijdens het najaarcongres.
Winnaar: Ester Arens – bachelor student mondzorgkunde
Titel: De herkenning van kindermishandeling onder Nederlandse mondhygiënisten en hun handelswijze
Onderwerp: hoeverre herkennen mondhygiënisten kindermishandeling en welke vervolgacties zij zetten zij vervolgens in.PROBLEEM & DOELSTELLING: Er zijn jaarlijks meer dan 119.000 kinderen slachtoffer van kindermishandeling in Nederland. Dat betekent dat in een schoolklas van 30 kinderen, gemiddeld één kind wordt mishandeld. In meer dan de helft van alle gevallen van kindermishandeling is sprake van letsel in het hoofd-halsgebied. Dat is het deel van het lichaam waar mondzorgprofessionals zich letterlijk over buigen. Dit brengt hen in een unieke positie om kindermishandeling te signaleren. Het doel van dit cross-sectionele observationele veldonderzoek is te achterhalen in hoeverre mondhygiënisten kindermishandeling herkennen en wat zij daar vervolgens mee doen.
MATERIAAL & METHODE: Er is een digitale vragenlijst per e-mail verzonden naar 400 mondhygiënisten. De enquête is op twee manieren verspreid: (1) via de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) en (2) middels een selectie van algemene praktijken en mondhygiënepraktijken door heel Nederland.RESULTATEN: In totaal hebben 83 mondhygiënisten (20,8%) de enquête geretourneerd. Hiervan waren er 80 bruikbaar voor analyse. Mondhygiënisten hebben het meest vermoedens gehad van tandheelkundige verwaarlozing (33,8%). Verwaarlozing en psychische mishandeling (13,8%) en fysiek geweld en/of seksueel misbruik (6,3%) is minder vaak vermoed. Er is een statistisch significant verband tussen het aantal jaren werkervaring en de herkenning van kindermishandeling. Mondhygiënisten met ≤ 10 jaar en 11-20 jaar werkervaring hebben vaker vermoedens van kindermishandeling in vergelijking met mondhygiënisten met 21-30 jaar en > 30 jaar werkervaring. Er is tevens sprake van een statistisch significant verband tussen het werkveld waarin de mondhygiënist werkzaam is en de herkenning van kindermishandeling. Mondhygiënisten werkzaam in een algemene praktijk hebben vaker vermoedens van kindermishandeling dan mondhygiënisten werkzaam in een mondhygiënepraktijk of andere praktijksetting. Het merendeel van de mondhygiënisten onderneemt bij vermoedens van kindermishandeling actie door een collega, arts of andere zorgverlener te raadplegen (76,7%) en/of een aantekening te maken in het patiëntendossier (70,0%). Een controleafspraak wordt ook veelvuldig gemaakt (60,0%). Verder worden er maar zeer weinig adviezen ingewonnen of meldingen gemaakt bij het AMK (6,7%). De voornaamste belemmerende factor hiervoor is de onzekerheid over de diagnose en/of de angst om vals te beschuldigen (68,5%). Ondanks de wet ‘Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ heeft slechts 10% van de mondhygiënisten gebruik gemaakt van de meldcode TKGH of de NVM Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Bovendien wordt er slechts zelden bijscholing gevolgd betreffende het werken met een meldcode en/of de signalering en handelswijze omtrent kindermishandeling. Behoefte aan een andere vorm van voorlichting hebben de meesten ook niet.
CONCLUSIE & DISCUSSIE: Mondhygiënisten lijken hun rol om kindermishandeling te signaleren en aan te pakken in onvoldoende mate te vervullen. Om die reden verdient het aanbeveling om een training op het gebied van het signaleren van kindermishandeling en het werken met de meldcode verplicht te stellen.