In 1892 beschreef Johan Kieviet voor het eerst de belevenissen van Dik Trom. Een alleraardigst mannetje dat opgroeide in de huidige Haarlemmermeerpolder. Het gedrag van deze jongen was voor zijn vader de reden om de inmiddels gevleugelde woorden “Het is een bijzonder kind, en dat is ‘ie” uit te spreken. Deze uitspraak wordt bij de behandeling van kinderen in menig praktijk herhaald. De tandheelkundige behandeling van kinderen vraagt van het behandelteam diverse vaardigheden. Er dient kennis en kunde te zijn van specifieke afwijkingen die zich in het orofaciale gebied van kinderen voordoen. Deze afwijkingen kunnen solitair voorkomen, maar kunnen evengoed een onderdeel vormen – of een voorbode zijn – van andere afwijkingen, mogelijk behorend tot een syndroom. Kennis van deze pathologie evenals de eventuele (genetische) oorsprong daarvan is onontbeerlijk. Daarnaast dient het behandelteam het gedrag van kinderen te observeren en te onderkennen. Kinderen zijn leuk, soms druk, beweeglijk of lastig, maar het zijn vooral kinderen! Naast inleving in hun psyche is kennis van de normale en verstoorde ontwikkelingpsychologie, alsmede van andere psychische stoornissen, van wezenlijk belang voor het welslagen van de behandeling. Ook wordt er een beroep gedaan op de communicatieve vaardigheden van het team. Preventie vormt een essentieel onderdeel van de te bevorderen en kindertandheelkunde, waarbij de ouders of verzorgers een belangrijke rol vervullen. Menigeen kan beamen dat voor een succesvolle behandeling, motivatie en overredingskracht absoluut noodzakelijk zijn. Steeds vaker wordt in de algemene praktijk het belang van de kindertandheelkunde ingezien. Een ontwikkeling die door de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) uiteraard van harte wordt ondersteund. De NVvK stelt zich dan ook tot doel de wetenschap met betrekking tot de kindertandheelkunde de resultaten daarvan ten goede te laten komen aan de gezondheid van het kind.
De differentiatie binnen de tandheelkundige professie werpt, ook voor de kindertandheelkunde, inmiddels zijn vruchten af. Zo is er een rol weggelegd voor de mondhygiënist. Na afronding van een post-hbo-opleiding Kindertandverzorgende, verzorgd door het Cluster Tandheelkunde van het UMC St. Radboud, en ook gewoon in het kader van hun vierjarige opleiding, zijn deze mondhygiënisten in staat om binnen de wettelijke kaders eenvoudige restauraties uit te voeren. De postdoctorale opleiding tot kindertandarts aan ACTA leidt tandartsen op tot tandarts-pedodontoloog. Zij worden ingeschreven in een register dat wordt beheerd door het Consilium Pedodontologicum. Via een systeem van visitatie en herregistratie wordt de kwaliteit van dit register bewaakt.
Tijdens een feestelijke bijeenkomst op donderdag 27 april 2006 werd, voor de eerste maal, aan 34 tandartsen het certificaat tandarts-pedodontoloog erkend door de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde uitgereikt. De NVvK werkt op bestuurlijk niveau samen met de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VBTGG). Nadat de leden van beide, relatief kleine, verenigingen deze samenwerking goedgekeurd hebben, zijn veel werkzaamheden samengevoegd. Het bundelen van de krachten wordt als positief ervaren en zou wel eens kunnen leiden tot de oprichting van een ‘Vereniging voor Bijzondere Zorggroepen’. Mede door de samenwerking zijn de verenigingen erin geslaagd het achtste congres van de European Academy of Pediatric Dentistry (EAPD) naar Amsterdam te halen. Het congres, met als thema ‘Het kwetsbare kind’ heeft in 2006 plaatsgevonden. 2010 staat in het teken van het 40 jarig bestaan van de NVvK, in de komende tijd zullen wij aandacht geven aan de diverse activiteiten.
Peter Lansen,
tandarts-pedodontoloog, voorzitter NVvK